Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ziet, een [2]melaatse kwam, en aanbad Hem, zeggende: Heere! indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. 2. Melaatsheid was in die landen een zeer wrede en vuile ziekte of schurftheid, ontstaande uit bedorven bloed in de mensen, en was een plaag, besmettende niet alleen de mensen, maar ook de klederen en huizen. Zie Lev.13: en Lev.14:.